<  Terug naar Verticale wetgeving

Micro-voedingsstoffen

Hierop is de EU-Verordening 1925/2006 betreffende de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen van toepassing. In Nederland geldt bovendien het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen.

Onder deze wetgeving valt etenswaar waar een of meer micro-voedingsstoffen aan zijn toegevoegd. Het Warenwetbesluit omschrijft micro-voedingsstoffen als voedingsstoffen die onmisbaar zijn voor het functioneren van het menselijk organisme. Het menselijk organisme kan niet zelf voorzien in deze micro-voedingsstoffen. Als men deze binnen wil krijgen, dienen ze in kleine hoeveelheden geconsumeerd te worden.

Enkele voorbeelden van micro-voedingsstoffen zijn vitaminen, mineralen, aminozuren en taurine.

Wanneer micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen worden toegevoegd spreken we van verrijkte levensmiddelen, bijvoorbeeld boter waaraan vitamine A en D is toegevoegd, brood dat gejodeerd zout bevat of frisdrank waaraan vitamine C is toegevoegd.

Toevoegen van micro-voedingsstoffen mag wel, maar het verrijkte levensmiddelmag niet als  hoofddoel hebben om het menselijk organisme te voorzien van de juiste hoeveelheid micro-voedingsstoffen, omdat er anders sprake is van een voedingssupplement, en dat valt onder een andere wetgeving. Ook bepaalt deze wetgeving in welk percentage van de totale dagelijkse referentie-inname deze micro-voedingsstoffen aanwezig mogen zijn in het uiteindelijke levensmiddel.

Enkele bijzonderheden van deze wetgeving, waar u bij het etiketteren mee te maken krijgt:

• Vitaminen en mineralen mogen niet toegevoegd worden aan onverwerkte producten zoals fruit, vlees, pluimvee en groente.
• Alcoholhoudende dranken met een alcoholvolume van meer dan 1,2% mogen niet verrijkt worden.
• De EU-wetgeving stelt verplicht dat het totale gehalte aan mineralen in verrijkte levensmiddelen moet voldoen aan een bepaald minimumpercentage van de dagelijkse referentie-inname, maar het Warenwetbesluit – dat alleen voor Nederland geldt – schrijft ook een maximumwaarde voor.